Opmerkingen, vragen of wens je meer inlichtingen? Neem contact op met de gratis IVLA-infolijn op het nummer

  • Opmerkingen, vragen of wens je meer inlichtingen? Neem contact op met de gratis IVLA-infolijn op het nummer

  • 0800 90 270
IVLA I De Intergemeentelijke V

Je afvalproductie opvolgen of een ophaling van grofhuisvuil aanvragen? Het kan allemaal online. Maak snel je login aan!

  • by: IVLA
  • December 31st, 2022
  • Category:

Composteren met een wormenbak


Heb je geen plaats voor een compostvat en wil je toch graag thuiscomposteren? Dan is een wormenbak de ideale oplossing.

wormenbak

Is je interesse aangewakkerd?

De infosessie 'composteren met een wormenbak' zit er helaas al op. Wie wenst, kan wel steeds een kijkje komen nemen naar onze wormenbak. Wij staan je graag te woord. 

"Een korte dagelijkse check van 5 minuten om te controleren of er geen wormen in de percolaatbak beland zijn, zorgt ervoor dat je kan ingrijpen voor er nare geurtjes ontstaan."

Wormen in huis, daar deinzen heel wat mensen voor terug. Het is nochtans helemaal niet zo vies als het lijkt. Eens je de basisregels kent en goed toepast, heb je eigenlijk niet zoveel last van je nieuwe huisgenoten. Heb je (klein)kinderen? Dan vinden zij het hele proces vast ook fascinerend!

IVLA neemt de proef op de som en test zelf een wormenbak uit. We delen onze bevindingen via de website en sociale media.

Voordelen van composteren met een wormenbak

  • Je hebt geen tuin nodig om te composteren.
  • Je hoeft je groenafval niet allemaal bij het restafval aan te bieden, waardoor je kosten uitspaart.
  • Je kan de compost en het percolaat gebruiken voor je kamerplanten of in de tuin. Je spaart dus nog eens kosten uit op bodemverbeteraars.
  • Compostering met wormen gaat iets sneller.
  • Het een bijzonder leerrijk proces, zowel voor kinderen als volwassenen, dat ook meer bewustwording creëert over hoe belangrijk het concept 'evenwicht' is in de natuurlijke kringloop en welke invloed we daar zelf op hebben door hoe we bv. met voeding omgaan.

Welke wormenbak?

Grootte

Afhankelijk van de hoeveelheid GFT die je hebt, zal je een geschikt formaat voor jouw huishouden moeten kiezen. Zo heb je wormenbakken voor een gezin van 2 tot 4 personen, maar evengoed voor grotere gezinnen. Voor de grotere wormenbakken heb je natuurlijk ook meer ruimte nodig.

Standplaats

Hou er rekening mee dat je wormenbak niet in direct zonlicht mag staan en tijdens de winter ook beschut moet zijn (als je de wormenbak buiten zet). Niet elke wormenbak is geschikt om buiten te gebruiken. Informeer je steeds goed bij de leverancier.

Heb je een wormenbak met een (semi) open deksel? Zorg er dan zeker voor dat er geen regen in kan. Als de inhoud van de wormenbak te nat wordt, komt er te weinig zuurstof bij het afval, waardoor het kan verzuren. En hoewel de wormen houden van een vochtige omgeving, kunnen ze in een te natte omgeving ook sterven.

Prijs

Zoals met alles heb je betaalbare en dure modellen. De duurdere modellen zijn doorgaans net iets eleganter wat ons betreft, maar smaken verschillen. Wie maximaal wil besparen, kan ook zelf een wormenbak maken met stapelbakken. Daar zijn heel wat instructievideo' s over te vinden. Google maar eens!

Waar kan je ze kopen?

In Vlaanderen is het aanbod eerder beperkt. De kans is groot dat je de wormenbak die jij wenst online zal moeten bestellen. 

Compostwormen

Geen wormenbak zonder wormen uiteraard! Maar de ene worm is de andere niet. Zo zullen regenwormen uit de tuin in de wormenbak niet overleven. Ze vertoeven graag tot wel 3 meter onder de grond waar ze diepe, verticale en blijvende gangen maken en zo een essentiële rol spelen in het beluchten en draineren van de bodem.

Wat wij nodig hebben, zijn wormen die in de bovenste 10 cm van de aarde leven, zoals bv. in de strooisellaag van bossen. Je komt ze ook massaal tegen in composthopen, -vaten en -bakken. Deze strooiselwormen worden ook tijgerwormen genoemd. Wil je starten met een wormenbak en heb je kennissen met een compostvat? Vraag dan zeker of je wormen uit hun compostvat mag halen.

Je kan natuurlijk ook bij een wormenkweker terecht. Zij kunnen je helpen met het bepalen van de juiste hoeveelheid wormen voor jouw type wormenbak. 

De juiste omstandigheden creëren

Om ervoor te zorgen dat de wormen zich goed thuisvoelen, zal je hun natuurlijke omgeving zo goed mogelijk moeten nabootsen. De vochtigheidsgraad en het zuurstofgehalte spelen een belangrijke rol voor de goede werking van een wormenbak, want wormen ademen door hun huid. Voorzie daarom een goede drainage en afwisseling tussen het vochtige groenafval en bruin materiaal. Dat kan heel eenvoudig door stukjes klein gescheurd karton of onbedrukt keukenrolpapier toe te voegen, maar ook houtschaafsel, droge takjes en stro zijn een optie. Deze 'bruine' component zorgt voor een toevoer van zuurstof en absorbeert overtollig vocht.

Ook de zuurtegraad is van belang. Als de bak zurig begint te ruiken, is dat vaak te wijten aan te veel voedsel. Probeer er dan zoveel mogelijk overtollig voedsel uit te halen en breng wat lucht in de compost door er even in te woelen of wat kartonsnippers toe te voegen. Wacht enkele dagen voor je opnieuw voedert.

Tot slot moet je ook op de temperatuur letten. De wormen zijn het meest actief tussen 15°C en 25°C. Woon je op een appartement en wordt het in de zomer heel warm? Probeer de wormenbak dan op een iets koelere plek te zetten. Temperaturen boven de 30°C leiden tot sterfte van de wormen. Hetzelfde geldt voor de vrieskou. Voor wormenbakken die buiten staan, kan je noppenfolie als isolatie gebruiken. Probeer er wel voor te zorgen dat er een minimum aan verluchting behouden blijft.

Waar kan je nog op letten?

Naast de vochtigheid, het zuurstofgehalte en de temperatuur, zijn er nog een aantal zaken die invloed hebben op je wormen.

  • Licht
    Wormen zijn dan wel blind, maar houden absoluut niet van licht. Gebruik dus geen doorzichtige bakken als je zelf een wormenbak maakt.
  • Trillingen
    Bij trillingen krijgen wormen stress. Ze associëren dit met het gegraaf van andere dieren die wormen eten, waardoor ze naar boven vluchten.

Wat eten de wormen?

Je hebt de bak, de wormen en de ideale omstandigheden. Nu nog letten op wat de wormen wel of niet mogen eten!

Indien je wormen hebt gekocht die samen met de kweekgrond worden geleverd, kunnen ze zich in principe nog enkele weken voeden met die kweekgrond. Geef dus zeker niet teveel voeding tot de wormen gewend zijn aan hun nieuwe thuis.

Overvoeding is de meest voorkomende fout. Als je te snel en te veel voedert, kunnen de wormen de voorverterende bacteriën niet volgen en slibt het materiaal toe. Dan begint de bak te stinken en sterven de wormen. Ook het percolaat wordt bleker en begint te stinken. 

Wat mag er in de wormenbak

  • groente- en fruitresten (niet gekookt)
  • thee en koffiegruis 
  • verwelkte bloemen
  • klein gescheurd karton (onbedrukt, niet glanzend)

Snij alles in kleine stukken van max. 5cm om de wormen een handje te helpen.

Wees zuinig met citrusvruchten, ui, knoflook en prei. Dit kan de compost te zuur maken. Om dit te compenseren kan je af en toe wat lavameel toevoegen. Naar aanleiding van een strengere wetgeving rond dierlijke bijproducten wordt het afgeraden om eierschalen thuis te composteren.

Wat mag er NIET in de wormenbak

  • dierlijke resten: vlees- en visresten, graten, botjes
  • bereide etensresten (gekookt, gebakken, gefrituurd, ...)
  • brood en gebak, rijst en pasta
  • vettige sausen of olie
  • mest van honden en katten
  • zuivelproducten, deegwaren

Veel van deze producten vertragen het composteringsproces of zullen beginnen rotten voor de wormen de kans krijgen om ervan te eten. Het rottingsproces trekt bovendien vliegen aan en zorgt voor onaangename geurtjes.

Compost en percolaat

Wanneer de wormen het afval verwerken, wordt er wormencompost en percolaat gecreëerd. Het percolaat sijpelt door de compost naar beneden, in de afvoerbak. Dit kan je met het kraantje aftappen of uit de bak gieten (naargelang jouw soort wormenbak). Controleer regelmatig of er percolaat in de bak zit, zo voorkom je dat de onderste laag compost ermee in aanraking komt en de wormenbak te nat wordt.

De compost moet je oogsten. De manier waarop hangt af van het type wormenbak dat je hebt gekozen. In een monobak moet je bv. eerst de halfverteerde compost en het vers materiaal verwijderen voor je aan de afgewerkte compost kan. In een stapelbak kan je de onderste bak er makkelijk uitnemen. Een goede tip is om de onderste bak even bovenaan te plaatsen, zodat de wormen die er mogelijks nog inzitten de tijd hebben om naar de onderliggende bak te verhuizen. De compost kan op die manier ook nog een tijd nadrogen. Je kan de wormen er ook uitzeven indien nodig.

Hou er in ieder geval rekening mee dat de nabije omgeving wel wat vuil kan worden bij het oogsten van de compost. Zet de wormenbak eventueel op een grote doek of een groot stuk karton.

Compost

Wormencompost is kruimelig van structuur en ruikt naar verse bosgrond. Het bevordert de groei van je planten, helpt bij het voorkomen van ziektes en herstelt het bodemleven.

Meng de wormencompost steeds met potgrond voor je het gebruikt. Voeg 10% tot 20% wormencompost toe aan de aarde.

Van wormencompost kan je ook wormenthee maken. Meng de compost in water en laat het enkele minuten bezinken. Je kan er eventueel suiker aan toevoegen en dit 24u laten beluchten, voor extra bacteriegroei.
Giet de wormenthee in een plantensproeier (let op: filter de restjes compost eruit zodat je plantensproeier niet verstopt raakt) en sproei het op je planten ter voorkoming van ziekten.

Percolaat

Percolaat is donker van kleur en geurloos. Wanneer het percolaat bleker wordt en begint te stinken, betekent dit dat er iets mis gaat in de bak.

Je kan het percolaat een tijdlang bewaren in een plastic fles (liefst op een donkere plek), maar controleer voor gebruik of er geen bubbels in komen of het alcoholisch ruikt. Zo ja, dan gooi je het beter weg.
Percolaat kan je verdund aan je planten geven. Hierbij geldt dat je één deel percolaat op tien delen water gebruikt. Het is een prima plantenvoeding en helpt ook tegen plantenziektes, maar let wel op dat je het niet te vaak gebruikt, want dan kunnen de wortels van je plant verbranden.

Heb je heel veel percolaat? Controleer dan even of je wormenbak niet te nat is.
Soms kan het gebeuren dat wormen die naar beneden kruipen in het percolaat vallen en verdrinken. Dit kan je vermijden door een filter tussen de onderste bak en de percolaatbak te steken. Voor sommige types wormenbakken worden deze filters standaard meegeleverd.